Het thema van de week tegen kindermishandeling is Praten helpt. Wanneer een kind slachtoffer, of getuige is van huiselijk geweld is dit een traumatische ervaring en spreek je van kindermishandeling. Het is belangrijk dat kinderen hier de juiste hulp voor krijgen en erover leren te praten. Vera, moeder van twee, werd slachtoffer van huiselijk geweld. Haar oudste zoon was ook regelmatig doelwit en haar jongste zoon was getuige. Ze doet haar verhaal.
“De eerste keer dat hij geweld gebruikte was in het tweede jaar van onze relatie, daarna werd het alleen maar erger”
Vera was zeventien jaar samen met haar man B. Ze hadden twee kinderen en runden samen een afhaalrestaurant met Indonesisch eten. “De klanten waren dol op ons eten, maar achter de schermen ging er veel mis. We woonden boven onze zaak, dus ons zakelijk en privéleven liepen door elkaar heen. Dit bracht veel stress met zich mee, dat voelde het hele gezin.”
“De werkdruk uitte zich bij B. in agressie. De eerste keer dat hij geweld gebruikte was in het tweede jaar van onze relatie, daarna werd het alleen maar erger. Ik bleef hem vergeven, want hij hield van mij en ik van hem.” Vera schoof het gedrag van haar man af op de trauma’s uit zijn jeugd. “B. kwam als kind naar Nederland en heeft zijn twee zussen veel te vroeg verloren. Daarnaast was hij vrijwillig beroepsmilitair en werd uitgezonden naar Joegoslavië. Zijn harde karakter en perfectionisme heeft hij hieraan overgehouden.
“Zijn vader corrigeerde hem continu, zijn gedrag en prestaties moesten perfect zijn”
Dat perfectionistische eiste hij ook van hun oudste zoon. “De psychische mishandeling die hierbij kwamen kijken hebben veel gevolgen gehad. Zijn vader corrigeerde hem continu, zijn gedrag en prestaties moesten perfect zijn. Wanneer onze zoon niet aan deze verwachtingen voldeed, drukte B. zijn vingers tussen zijn zoons ribbenkast, sloeg hij met zijn knokkels op zijn hoofd of kneep hij hem. Onze jongste zoon bleef buiten schot, hij was zijn lieveling.”
Ondertussen ging het steeds slechter met de zaak en werden de ruzies tussen Vera en B. erger. “Op een avond gooide hij uit woede de salontafel om, dit was voor mij de druppel. Ik dacht, ik kan dit niet meer en ik wil dit niet meer. Ik weet niet hoe, maar dit stopt nu.” Vera heeft de beste vriend van haar man gebeld en alles verteld. “We besloten samen dat B. uit ons huis moest. Hij kon tijdelijk bij zijn vriend slapen. Daarna heb ik mijn moeder gebeld, ze zei dat ik hulp moest zoeken en dat zij de kinderen op zou vangen.
“Ik zag wat het met mijn zoon deed, zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen waren kapot”
“Onze omgeving had hiervoor nooit wat door gehad, we konden heel goed geheimhouden wat er zich thuis afspeelden. Ik kon er ook niet over praten, dat voelde als verraad. Maar ik zag ook wat het met mijn zoon deed, zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen waren kapot. Hij wilde niet naar school, daar werd hij gepest.” Dit zorgde voor een enorm schuldgevoel bij Vera, ze voelde zich een mislukte moeder omdat ze B. zolang zijn gang liet gaan.
“We praten veel over wat er gebeurd is, ook met mijn jongste zoon. Dat heeft ons veel geholpen”
In januari sloot ik ons restaurant en ben ik naar Sterk Huis gestapt. Hier kon ik aan mezelf gaan werken, met de juiste mensen om mij heen die mij steun boden. Ik was mezelf volledig kwijt en moest opzoek naar wie ik was en wilde zijn. Hier heb ik veel goede gesprekken over gevoerd, die mij nieuwe inzichten gaven. Ik ken nu mijn eigen grenzen en laat niemand daar meer overheen gaan.”
Vera’s oudste zoon kreeg ook hulp. Hij heeft een half jaar bij een kinderpsycholoog gelopen. “Inmiddels zit hij op een school waar hij volledig geaccepteerd wordt. Hij heeft vrienden, een vriendinnetje en haalt goede cijfers. Hij bloeit helemaal op. We praten veel over wat er is gebeurd, ook met mijn jongste zoon. Dat heeft ons veel geholpen.”
“We zijn weer vrij, deze vrijheid gaan we nooit meer opgeven”
Met hun vader kunnen de kinderen nog niet goed praten. “Toch probeer ik hem nog in hun leven te houden. Hij is ernstig ziek geweest en kwam terecht in een hospice. We hadden alle drie al afscheid genomen en op zijn sterfbed vroeg hij ons om vergiffenis. Dit was fijn, hij blijft toch de vader van onze kinderen en ik hou nog steeds van hem. Maar toen hij na een nieuw medicijn langzaam weer opknapte viel hij al snel terug in oude gewoontes.” B. werd manipulatief en kroop in de slachtoffer rol. “Dit was voor mij heel lastig. Hij hoopte dat we weer samen verder konden toen hij uit het ziekenhuis kwam, maar dat gaat niet gebeuren. Dat heb ik aan mezelf en mijn kinderen beloofd. Ik wil nooit meer met hem onder één dak wonen en mijn kinderen ook niet. We zijn weer vrij, deze vrijheid gaan we nooit meer opgeven.”
Praten was voor Vera en haar zoons het allersterkste medicijn. “Dit wil ik andere moeders in een vergelijkbare situatie ook zeker meegeven. Praten betekent ook manifesteren. Als je uitspreekt waarvoor je wilt gaan word je motivatie om hieraan te werken ook groter. De eerste keer dat ik bij Sterk Huis uitsprak ‘ik word mishandeld’ vond ik doodeng. Maar inmiddels is het een opluchting om te vertellen. Ik zeg het zelfs tegen wildvreemden. Wij zijn als gezin eindelijk bevrijd van de schaamte en angst waarin we al die jaren leefden.“