Bij het Crisis Interventie Team (CIT) en de politie werken doeners
Een goede samenwerking is van groot belang, zeker in crisistijden. “Niemand kan het alleen, je hebt elkaar nodig”, aldus Maudy Wetzel, coördinator Crisis Interventie Team (CIT) Hart van Brabant. “Je moet elkaars krachten benutten”, zegt Jos van Vugt, Teamchef politieteam Leijdal, district Hart van Brabant, portefeuille GGZ. Samen denken ze terug aan 2020, het jaar waarin de wereld veranderde. Maudy: “Vooral in de tweede lockdown nam het aantal crisismeldingen – op het gebied van huiselijk geweld, kindermishandeling en pedagogische onmacht – fors toe.”
Sinds corona staat de wereld op zijn kop. “Ook wij moesten ons tot die nieuwe werkelijkheid verhouden”, vertelt Maudy. “Bij het CIT en de politie werken doeners. Dat zijn geen mensen die weglopen als het te spannend wordt. Crisis is handelen.”
Korte lijntjes
Maudy: “Crisiswerk kan niet vanuit thuis. Het was frustrerend dat wij, samen met de GGZ-crisisteams, de enigen waren die nog uitrukten. Heel hulpverleningsland bleef thuis en was moeilijk bereikbaar. Dat heeft ons wel verbaasd, met name in de overdrachten. De samenwerking met de politie bleef gelukkig hetzelfde.”
Jos: “Wij hebben een goede relatie met het Crisis Interventie Team. Voordat het CIT bestond, zaten wij vaak met de handen in het haar. Soms waren we een hele dag bezig met één verward persoon. Als de crisisdienst deze persoon vervolgens niet kon opnemen, wisten wij niet wat we ermee aan moesten. Wij zijn niet gespecialiseerd in verwarde personen. Nu bellen we het CIT en vinden we samen een oplossing. Het CIT is 24/7 bereikbaar en is altijd snel ter plaatse.”
Maudy: “Onze lijntjes zijn kort. We weten elkaar steeds makkelijker te vinden.”
Coronacrisissen
Maudy: “Tijdens de eerste lockdown zetten wij ons schrap voor grote crisissen, maar die bleven toen nog redelijk uit. Natuurlijk waren er trieste verhalen – een vrouw die uit angst voor corona haar hamster door de wc spoelde en schoonmaakmiddel dronk – maar we hadden veel meer coronacrisissen verwacht. De meeste meldingen kwamen van ouders die hun kinderen niet konden binnenhouden.”
Jos: “Wij hadden ook meer problemen met de jeugd. Jongeren vervelen zich snel wanneer ze niet naar school kunnen. Daarmee zagen we ook het aantal online fraudedelicten (zoals tikkiefraude en WhatsApp-fraude) toenemen. Jongeren zaten binnen en dachten, dat kan ik ook. Buiten was er ook genoeg te doen met alle groepsvormingen. Als ze ons zagen, renden ze alle kanten op. Voor veel jongeren speelt corona niet, ze zijn niet bang om het te krijgen.”
Lees het interview verder in ons jaaroverzicht