‘Voor al het moois dat deze tijd is ontstaan’
Hoe gaan wij bij Sterk Huis om met de coronacrisis? Onze medewerkers bloggen de komende weken over hun ervaringen in deze bijzondere tijd. Vandaag is Clemens van Meurs aan het woord. Clemens werkt bij de Steeds Sterker Academie. De coronatijd brengt wat uitdagingen met zich mee. Hoe ervaart Clemens dit?
Corona valt de samenleving binnen. En toen moest er ineens een dagbesteding uit de academiehoed getoverd worden. In een paar dagen tijd zijn ideeën verzameld en een aansturingsmodus ontwikkeld. Dat opdracht en bereidheid elkaar zo innig omhelsden geeft blijk van een groot verantwoordelijkheidsgevoel, maar ook van een snel aanpassingsvermogen bij een crisis. Het zijn ook twee pijlers die je in onze werksector mag verwachten, maar toch. Met het hart op de goede plek en bewust van hun professionele taak heb ik in de dagbesteding veel medewerkers gezien die met oprechte interesse deze opdracht uitvoerden. Natuurlijk is er het bewustzijn dat, met al die contacten met veel kinderen en jongeren, er risico’s op de loer liggen. Natuurlijk is er twijfel en angst of dat een verhoogde kans om Corona te krijgen op zou kunnen leveren. Belangrijk om dat met elkaar uit te spreken, want deze sentimenten zijn allemaal logisch. Ze horen namelijk bij een crisis. Toch blijf ik het bijzonder vinden dat allen die hier een bijdrage aan hebben geleverd, met elkaar in gesprek bleven en dat de onderlinge samenwerking fantastisch is, alsmede de bereidheid om extra in te vallen.
Coronavakantie
Maar deze dagbesteding levert nog meer op dan een gedeelte-van-de-dag-te vullen; kinderen en jongeren enigszins structuur aan te bieden. Zeker aan jongeren die het in eerste instantie niet zagen zitten; ze hadden immers toch Coronavakantie. Er ontstaan tijdens de activiteiten bijzondere gesprekken met kinderen en jongeren, ze geven zich meer bloot en genieten van de persoonlijke aandacht en de complimenten die ze krijgen. En complimenten verdienen ze ook door datgene wat ze creatief en sportief laten zien. Er zitten zelfs ware talenten bij: een jongen (14) die erg goed kan badmintonnen en nu overweegt om bij een vereniging te gaan. Een jongen (8/9) die zegt niet te kunnen tekenen en zowaar een kleine expositie bij elkaar schildert. Ook de club pubers die al die uitnodigend bedoelde opdrachten niet zien zitten en als gevraagd wordt om zelf met een voorstel te komen, graffiti-spuiten voorstellen. Het leverde mooie kunstwerken op. Dat resulteerde in de eerste Sterk Huis-achter-glas expo Dat zo’n wens ook direct opgepakt kan worden leidt meteen tot geloofwaardigheid en een positief klimaat. Zo sterk zelfs dat steeds meer andere groepen dat willen gaan doen. Dat is ook zo mooi aspect wat zichtbaar wordt: kinderen en jongeren die op elkaar betrokken zijn. Een puber die een perfecte omgang met kleine kinderen laat zien. Hele kleintjes die heel graag met de grotere mee willen doen. Stille kinderen die tijdens sport of creatieve opdrachten ineens wel van alles vertellen.
Ruimte om te leren
Zo zat ik samen met een jongen van 9 een veel te moeilijk voorbeeld om graffiti te spuiten te vertalen naar een sjabloon, waardoor er wel een goed resultaat behaald kon worden. Maar dat was een behoorlijk karwei want er moesten veel details uitgesneden worden. Tijdens dat snijden ontstond er een mooi gesprek: ik zei tegen hem dat hij zo goed Nederlands sprak en vroeg of hij hier geboren was. Nee, zei hij , hij was pas 2 jaar in Nederland. Toen werd mijn compliment nog groter en daarop zei hij: ‘weet je wat het is, grote mensen hebben heel veel dingen aan hun hoofd waaraan ze steeds moeten denken, hun hoofd is vol, maar ik ben nog jong en mijn hoofd heeft nog veel ruimte, daarom kan ik nog veel leren”. Deze opmerking leverde mij genoeg energie op om de rest van de dag fluitend door te kunnen.
Mooie gesprekken
Vorige week ontstond er tijdens de dagbesteding een mooi gesprek met pubers ,die alle drie een andere etnische afkomst hadden, over verkering hebben en seksualiteit. Het werd een mooi, bijzonder open gesprek waar men aan elkaar uitwisselde hoe men over zaken dacht, wat wel en niet geoorloofd is als het gaat om verkering, zoenen en seks hebben. Hierbij kwamen ook culturele overtuigingen aan bod wat een mooie diepgang gaf maar ook bij mij de opmerking los maakte dat het ook de nodige discussies nog zal gaan opleveren. Toch mooi dat er vooral sprake was van respect naar de andere sekse en dat de grootspraak in digitale contacten, in de realistische wereld toch wat genuanceerder lagen.
Nieuw zelfbeeld
Maar ook het relaas van een jongere die al heel wat jaren in onze zorg rond heeft gelopen, van groep naar groep. Deze oogstte bij ons als medewerkers een groot respect hoe hij als een stuiterbal in het begin, door ons met respect gezien werd in wie hij nog meer was; dat was ff wennen voor hem. Hij ontpopte zich als een soort van infomeel leider. De rest van de groep luisterde meer naar hem en sommigen adoreerden hem. Hij ging de samenwerking met ons op een positieve wijze aan. Hierdoor ontstond er een ander contact dan hij blijkbaar gewend was. Hij zou na een paar weken op zichzelf gaan wonen en zag er ook erg naar uit, vooral om niet meer als cliënt gezien te worden. Toen ik hem vroeg wat hij ons als hulpverleners mee zou willen geven zei hij: de hulpverleners moeten jongeren niet benaderen vanuit de gegevens van ons dossier, van dat beeld kom je niet af. Nee benader jongeren zonder steeds hen in dat beeld te zetten. Het is beter voor de jongeren maar ook voor de begeleiders! Vervolgens is er voor hem een afscheidsboek gemaakt waarin alle jongeren van zijn groep maar ook verschillende medewerkers een stukje hebben geschreven. Omdat hij benieuwd was hoe hij vroeger als kind was (had daar een negatief beeld van; zag zichzelf als lastig) kon een collega die hem als kind had meegemaakt hem dat nog eens vertellen. Die ontkrachtte het zelfbeeld van hem als lastig, maar zei dat hij dat niet was maar gewoon en druk kind. Hij was daar zichtbaar blij mee, net zoals hij de 1e prijs van de jury (een beveiliger) kreeg voor zijn grafitti-kunstwerk.
En zo zijn er nog vele verhalen te vertellen, maar wat mij bijblijft is de overtuiging dat sport en creatief bezig zijn, tot meerdere mogelijkheden van contact en uiting leiden bij kinderen en jongeren. Zeker in een maatschappij en een hulpverlenende organisatie als Sterk Huis ook is, waarbij het verbale aspect toch nog vaak een te grote rol heeft. Ook al is dat goedbedoeld, maar cliënten kunnen daar vaak moeilijk in concurreren, zeker met de emotionele bagage waaraan ze zelf amper woorden kunnen geven.
Als laatste hoop ik dat deze ervaring ons, als medewerkers van Sterk Huis, ook weer de ogen opent (voor zover dat al niet is gebeurd) dat we steeds blijven focussen op datgene wat basaal van belang is voor onze cliënten.
En dank aan alle medewerkers die deze dagbesteding mogelijk hebben gemaakt.