“Doe het juiste voor ouders en kinderen”
Het aantal scheidingen in Nederland is hoog, waaronder het aantal complexe scheidingen. “De afgelopen jaren nam door het hele land het aantal aanmeldingen toe van mensen die hulp zochten bij een complexe scheiding”, vertelt Bernadette Janssen, onderzoeker en gedragswetenschapper bij Sterk Huis. “De vraag is alleen: doen wij het juiste voor deze ouders en hun kinderen? Hoeveel hulpverleningstrajecten worden succesvol afgerond?”
Bernadette: “We hebben altijd de kwalitatieve gegevens bijgehouden en de tevredenheid van onze cliënten getoetst, maar doordat exacte cijfers ontbraken bleef het toch altijd een beetje gissen naar de precieze effecten van onze hulpverleningstrajecten. Vandaar dat we samen met jeugdhulporganisatie Altra in Amsterdam en de Universiteit Utrecht (UU) aan de slag zijn gegaan met de ontwikkeling van een meetinstrument voor complexe scheiding-trajecten.”
Is een gezin echt geholpen?
“Het meten van de effecten van je hulpverlening is belangrijk, maar voor scheidingshulp bestond er nog geen goed instrument. Als gedragswetenschapper Team Complexe Scheidingen wist ik dat we daar iets mee moesten”, aldus Bernadette. “Het is belangrijk voor ons om goed te volgen: zijn alle doelen bereikt, is een gezin echt geholpen, is er eindelijk meer rust? Daarover mogen geen twijfels bestaan. We moeten niet gissen, maar zeker weten.”
“We moeten niet gissen, maar zeker weten.”
Praktijk en wetenschap
Al langer dacht Olaf Goorden, onderzoeker van jeugdhulporganisatie Altra in Amsterdam, er precies hetzelfde over. Samen met Inge van der Valk (docent en onderzoeker Jeugd en Gezin aan de Universiteit Utrecht) en Geert Jan Stams (Hoogleraar Forensische Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam) bundelden ze hun krachten. Bernadette: “Zo ging in augustus 2019 onze samenwerking van start, dankzij een ontwikkelsubsidie van Pro Juventute in Amsterdam met cofinanciering van Vereniging Ouderschap Blijft. We zijn toen begonnen met het eerste project: de ontwikkeling van het meetinstrument.”
Project 1: ontwikkeling meetinstrument
Bernadette: “We wilden een meetinstrument ontwikkelen dat bruikbaar is in de praktijk, maar dat ook geschikt is voor breder onderzoek om hulpverlening rondom complexe scheidingen te evalueren en effectiever te maken. We hebben literatuur over scheidingshulp bestudeerd en hulpverleners geïnterviewd: met welk leed komen ouders binnen, waar hebben kinderen vooral last van, waar werk je dan aan, welke verbeteringen zijn nodig? Naast Altra en Sterk Huis waren ook de organisaties Jeugdformaat en Elker betrokken. Ook hebben we ervaringsdeskundige ouders gesproken: wat was jullie situatie, welke hulp had je nodig, hoe heb je de hulp ervaren? Eind 2020 hebben we het eerste project afgerond met als resultaat de eerste versie van het meetinstrument: een vragenlijst met daarin alle hoofdlijnen van scheidingshulp.”
Project 2: implementatie meetinstrument
In januari 2021 ging – dankzij een vervolgsubsidie van ZonMw en Pro Juventute en hulp van de landelijke Vereniging Ouderschap Blijft – het tweede project van start, gericht op het werken met het meetinstrument in de praktijk. “Bij dit vervolgonderzoek zijn veel organisaties uit het hele land betrokken”, zegt Bernadette. “Deze organisaties werken allemaal met de twee grote landelijke scheidingsmethodieken ‘Ouderschap Blijft’ of ‘Ouderschap Na Scheiding’, waarop de vragenlijst goed aansluit. Zo kunnen we de werkzaamheid van de hulpverlening straks goed bundelen en vergelijken.”
Start- en eindmetingen
“Het instrument wordt direct bij de start van een traject ingezet”, vervolgt Bernadette. “De ingevulde vragenlijst biedt de hulpverlener meer inzicht in het conflict, in de communicatie tussen ouders en het contact tussen de ouders en kinderen. Deze startinformatie helpt bij het gesprek met ouders over het vormgeven van het traject en het stellen van doelen met ouders én biedt ouders zelf ook inzicht. Aan het eind van het traject wordt de vragenlijst weer opnieuw gebruikt, ditmaal als evaluatie-instrument. Zo krijgt de hulpverlener een goed beeld over de verbeteringen en het succes van het traject. Organisaties kunnen hiermee de hulp blijven aanpassen en verbeteren.”
“De vragenlijst biedt hulpverleners inzicht: was is de beginsituatie én welke verbeteringen zijn na afloop waarneembaar?”
Zijn we op de goede weg?
Bernadette vervolgt: “We willen uiteindelijk de start- en eindmetingen van alle gezinnen naast elkaar leggen, om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van de behandelingen. De data laten zien of we op de goede weg zijn: kinderen en ouders helpen om na een complexe scheiding een nieuwe vorm van contact te hebben zonder conflict. We vragen hulpverleners daarom ook om bij te houden wat ze precies doen, zodat we weten welke interventies bijdragen aan een goede afloop. We streven naar succes, maar tegelijkertijd weten we dat deze problematiek niet 100 procent oplosbaar is. Soms is de problematiek zo groot dat de situatie ingewikkeld blijft. Maar ook dát kunnen we straks inzichtelijk maken.”
Verbinding
Volgens Bernadette kan het meetinstrument niet ontwikkeld worden zonder samenwerking. “Ik ben sowieso heel erg van de verbinding. Olaf en ik zijn vooral vanuit de praktijk betrokken en Inge vanuit de wetenschap: een waardevolle combinatie. Maar we hebben ook de hulp nodig van alle andere organisaties die complexe scheidingshulp aanbieden. De laatste jaren zagen we een enorme toename van het aantal meldingen, waarbij iedereen een beetje voor zichzelf het wiel aan het uitvinden was. Dat willen we voorkomen. Het is belangrijk dat we samen optrekken, informatie uitwisselen en van elkaar leren. Gebruik alle lijntjes die je hebt!”
“Het is belangrijk dat we samen optrekken, informatie uitwisselen en van elkaar leren. Gebruik alle lijntjes die je hebt!”
Lovende reacties
Het streven is om het project in juni 2022 af te ronden. “Dan hopen we op een definitief meetinstrument en duidelijkheid over de werkzaamheid van alle interventies.” Hoewel het nog lang niet zover is, zijn de reacties op het instrument nu al lovend. “Er was echt behoefte aan vanuit de praktijk. Het hoofddoel is dat we straks precies weten wat ouders en kinderen aan onze hulp hebben, want we willen het juiste doen voor hen.”