Moeder van een loverboyslachtoffer: ‘ Eindelijk werden we gehoord, geloofd en begrepen’

Mijn verhaal begint ruim anderhalf jaar geleden. Ik dacht het goed voor elkaar te hebben. Een man, drie schatten van kinderen, letterlijk huisje-boompje-beestje. Dan uit het niets loopt ‘s avonds onze jongste dochter weg. 

De telefoon van onze dochter staat uit. Ik bel al haar vrienden en mijn man rijdt als een dolle door het dorp. Zonder resultaat. Niemand heeft haar gezien of gesproken. We zijn het spoor bijster. De politie komt langs en denkt: “Vast weer zo’n opstandige tiener met ouders die niet weten wat opvoeden is.” Het eerste stempel hebben we te pakken. Tussen neus en lippen door wordt ons wel even verteld dat onze dochter om half vijf ‘s nachts bij een controle op een industrieterrein is gezien.

Weggelopen om voor de trein te springen

Gelukkig komt onze dochter bij het ochtendgloren weer thuis. Helaas slechts als een schim van wie ze was en geheel verkleumd. Wat is er verdorie aan de hand? Beetje bij beetje komen er woorden uit haar mond. Ze was weggelopen om voor de trein te springen, maar dat kon ze niet, omdat ze aan ons moest denken. Wat er op dat moment door mij heengaat? Helemaal niets. Het enige wat ik doe, is mijn dochter vasthouden, om haar nooit meer los te hoeven laten. En huilen, veel huilen. Want wat nu?

Slachtoffer van een loverboy

De volgende dag komt een wijkagente langs, die met mijn dochter probeert te praten. Er komt geen woord uit haar, maar de agente geeft wel de gouden tip: “Schrijf je verhaal op. We willen weten wat er aan de hand is en niet in de krant lezen: een vijftienjarig meisje uit …” En ja, mijn dochter begint te schrijven en lijkt niet te kunnen stoppen. Als een bezetene kladt ze pagina na pagina vol. Ik word door haar geroepen en krijg het schrift in mijn handen gedrukt. Ik begin met lezen en herhaal telkens stukken om tot me door te laten dringen wat er eigenlijk op papier staat. Mijn god, mijn dochter ís dat ‘vijftienjarig meisje uit …’. Mijn dochter is het slachtoffer van een loverboy.

Er worden moord­-complotten beraamd

Dit moet stoppen! Mijn dochter moet veilig zijn. Dus bellen we de politie, plaatsen we een camera bij de voordeur, gaan alle deuren op slot enzovoort. De mannen in huis beramen moordcomplotten. Ik lijk in een goedkope B-film terecht te zijn gekomen. We staan op scherp: zien dingen die er niet zijn, horen van alles, weten niet waar we het moeten zoeken. En mijn dochter? Die is niets meer van wat ze was. Ze is teruggetrokken, ziet er slecht uit, eet niet en laat alles over zich heenkomen. Dan beginnen de lange nachten, ze is drugsverslaafd en de afkickverschijnselen volgen al snel. Ze is ook erg bang: bang in het donker, bang om alleen te zijn, bang van geluiden, bang om te slapen en bang van mijn man.

In de onderste lade

De molen gaat draaien. Politie, maatschappelijk werk … Ze zeggen dat ze komen helpen … In het eerste gesprek  laat men al doorschemeren het allemaal niet te geloven. Ze willen alleen maar dat mijn dochter aangifte doet. Wij geven aan dat ze dat niet kan en dat wij als ouders wel aangifte willen doen. Er wordt ons verteld dat dat niet kan. We belanden in de onderste lade.

Vier maanden lang aansukkelen

Maatschappelijk werk komt met de oplossing: uithuisplaatsing en naar een afkickkliniek. Ja, daar vragen we niet om. Dus zijn we zelf maar naar de huisarts gegaan. Die neemt het verhaal van mijn dochter ook niet zo serieus. Ze kan terecht voor een wekelijks gesprekje met de psychologe. Ondertussen ook even naar de GGD voor een SOA- en zwangerschapstest. Al met al komt het erop neer dat we vier maanden aansukkelen. Zonder resultaat sjouwen we van hot naar her. We worden niet geloofd.

Iedereen in huis staat lijnrecht tegenover elkaar

De situatie van mijn dochter gaat van kwaad tot erger. School lukt niet meer en de sfeer in huis is om te snijden. Iedereen loopt op zijn tenen en ik sta vaak lijnrecht tegenover mijn man. Onze dochter herken ik niet meer en mijn andere kinderen doe ik tekort. Ik weet niet meer hoe ik mijn dochter kan helpen, maar sta er nog steeds alleen voor. Mijn god, wat voel ik me ontzettend eenzaam.

‘Ik ga compleet over de rooie’

Dan komt het zo ver dat onze dochter geld van ons gaat stelen, veel geld. Dat is de druppel. We dwingen haar om te praten. Ze blijkt te worden gechanteerd en er komen gruwelijke details boven tafel. Diezelfde avond nog gaan we naar de politie. Daar is eindelijk het kwartje gevallen: de afdeling mensenhandel wordt ingeschakeld. Na enkele afspraken, die even vrolijk weer worden verzet, mag mijn dochter eindelijk haar verhaal komen doen. We worden ontvangen in een klein kamertje en voelen ons meer verdachten dan slachtoffers. Een van de eerste vragen die ik krijg, is: “Mevrouw, waarom hebt u zelf geen aangifte gedaan?” Ik ga compleet over de rooie en mijn dochter kijkt me met open mond aan, stomverbaasd dat er zoveel herrie uit me kan komen. Maar goed, mijn dochter is zo dapper dat ze zo goed mogelijk haar verhaal begint te doen. Heel wat uren later mag ik naar haar toe, ze is compleet gesloopt. Ik neem haar mee naar huis.

Acht man staan in een kamertje te wachten

Er volgt nog een afspraak bij de politie, maar dit keer foppen ze me niet en blijf ik bij mijn dochter in de buurt. Een paar uur later komt ze naar beneden, ze mag even pauze houden. Maar zien jullie dan niet dat ze op is? Ik neem haar mee naar huis, maar dat had ik niet mogen doen. Het wordt gezien als weigeren om aan het onderzoek mee te werken. Er komt nog een vervolg: om zo veel mogelijk bewijs te verzamelen worden de littekens op het lichaam van mijn dochter gefotografeerd en daarvoor zal een vrouwelijke arts aanwezig zijn. Ook wordt er een pluk haar afgeknipt om te testen wat voor drugs er zijn gebruikt. We worden gevraagd om naar de GGD te komen en worden daar naar een kamertje gebracht waar maar liefst acht mensen ons staan op te wachten. Ik zie mijn dochter schrikken. De arts blijkt een man te zijn. En dan ook nog een die zegt: “Kleed je maar uit. Je hoeft je niet te schamen, ik zie dat wel vaker.” Niet gek dat mijn dochter haar kleren aan wil houden. Helaas wordt dat opnieuw gezien als weigering om aan het onderzoek mee te werken.

‘Mijn dochter wil niet meer praten’

Ondertussen gaat het erg slecht met mijn dochter. De psychologe weet niet meer wat te doen. En ik al helemaal niet. Dan oppert iemand in de familie om de hulp in te schakelen van Kompaan en De Bocht. Ik stuur ze een e-mail met het idee dat er wel weer geen reactie zal komen. Tot mijn verbazing word ik dezelfde avond nog gebeld door Tessa van Kompaan en De Bocht; of ze langs mag komen om te praten. Graag, maar mijn dochter wil niet meer praten, die heeft het wel gehad. “Geeft niets hoor”, zegt de vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn. “Ik praat wel en dan zien we wel.” Wat een verademing: eindelijk worden we gehoord, geloofd en begrepen.

‘Die vrouw weet er wel veel van’

Ik vergeet nooit meer ons eerste gesprek: met een kop thee aan de keukentafel en mijn dochter ongeïnteresseerd en opstandig onderuitgezakt. Tessa begint rustig haar verhaal te doen en vertelt meelevend en uitleggend hoe een loverboy te werk gaat en wat het doet met meiden die daar slachtoffer van zijn. Langzaamaan zie ik mijn dochter rechter gaan zitten en al snel hangt ze aan de lippen van Tessa. Zodra Tessa weg is, zegt mijn dochter: “Die vrouw weet er wel heel veel van.”

Steun en toeverlaat

Inmiddels is Tessa onze steun en toeverlaat. Als het slecht gaat, staat ze ons bij en weet ze heel duidelijk uit te leggen wat er aan de hand is. Door Tessa begrijp ik het gedrag van mijn dochter beter en kan ik veel meer van haar hebben. Ook krijgen we hulp bij de contacten met politie en school, eigenlijk bij alles wat we nodig hebben. Maar wat voor mij nog het fijnst is, is dat Tessa mij het gevoel geeft dat ik een goede moeder ben. Dat ik niets fout heb gedaan en dat ik een mens ben met gevoelens en emoties. Dat het ook voor mij soms even te veel kan worden. Ze geeft me de moed en het vertrouwen om door te gaan.
Het diagnostisch en behandelcentrum van Kompaan en De Bocht richt zich op de ontwikkeling en persoonlijkheid van cliënten in relatie tot hun omgeving. We bedienen een brede doelgroep met complexe problemen op het gebied van ontwikkeling en veiligheid.

ongezonde patronen worden doorbroken en opgeruimd

Middels onderzoek wordt gekeken of er een verklaring gevonden kan worden voor de zorgen over het persoonlijk functioneren van cliënten en over de ervaren belemmeringen in het gezinssysteem dan wel de samenleving. Het diagnostisch onderzoek is dus een hulpmiddel om factoren die samenhangen met de klachten te achterhalen, en meer inzicht te krijgen in eigen kracht en mogelijkheden. Vragen die we in de diagnostiek tegenkomen, liggen op het gebied van trauma (onder andere seksueel misbruik, eergerelateerd geweld, huiselijk geweld), persoonlijkheidsproblematiek, hechtingsproblemen, interculturele problematiek, ontwikkelingsproblemen en opvoedproblemen. Onderliggend spelen vaak gevoelens van onveiligheid en instabiliteit. De behandeling in het diagnostisch en behandelcentrum heeft tot doel om mensen weer te activeren om eigen initiatief te nemen en te laten voelen dat ze ertoe doen. Kompaan en De Bocht geeft therapieën in het verlengde van ontwikkeling en veiligheid om weer zelf de regie te nemen over het leven. Onderliggende problematiek wordt aangepakt, zodat ongezonde patronen worden opgeruimd. Hierdoor ontstaat er ruimte voor een betere omgang met anderen: in het gezin, op school en in (intieme) relaties. De zelfstandigheid wordt vergroot.

Het o zo bekende raampje

Met Tessa heb ik veel gesproken over het raampje. Het o zo bekende raampje. We hebben allemaal ons eigen raampje, maar de grootte verschilt per persoon. Ik heb gemerkt dat ik een riant panorama uitzicht heb, alleen zo nu en dan klapt het rolluik dicht. Dan heb ik een slechte dag en jank ik heel wat af. Tot op heden heb ik me gelukkig telkens onder mijn kont kunnen schoppen en ben ik stug verdergegaan. Dat was zonder Tessa nooit gelukt, daarom is zij goud voor mij.

‘Ons gezin durft weer vooruit te kijken’

Nu gaat het gelukkig alweer een stuk beter met mijn dochter. Langzaam maar zeker komt ze terug. Wekelijks gaat ze naar Danny van Kompaan en De Bocht voor EMDR, een therapie voor mensen die last blijven houden van een schokkende ervaring, zoals seksueel geweld. Wonderlijk hoe goed dat helpt. Ik weet dat we er nog niet zijn, maar ons hele gezin durft weer vooruit te kijken. We hebben zin in de toekomst. Zien de leuke en mooie dingen weer. Dat is wat Kompaan en De Bocht ons heeft gegeven: een toekomst.
De betrokken organisaties willen graag leren van slechte ervaringen. Mede door de ervaringen die in het interview staan beschreven, zijn we met elkaar in gesprek gegaan om te leren en te verbeteren, zodat volgende situaties met kwetsbare mensen met grote zorgvuldigheid en in goede onderlinge afstemming worden opgepakt.

 

 

Bekijk het artikel in STERK Magazine 3

Meld je hier aan voor de Job Alert

logo-sterk-huis