Manars jeugd wordt gekenmerkt door psychische en fysieke mishandelingen. Haar ouders houden haar vaak thuis van school, omdat zij bang zijn dat ze worden beïnvloed door de levensstijl van hun schoolgenoten. Als Manar vijftien jaar is, wordt ze uitgehuwelijkt aan haar neef. Weigeren is geen optie. “Ik werd gedwongen om seks met hem te hebben. Als ik dat niet deed, werd ik door mijn broer mishandeld.”
Zware jeugd
“Zo lang als ik mij kan herinneren, werd ik thuis geslagen. Ik denk vanaf dat ik een jaar of zes was. Ik en mijn jongere zusje moesten ons aan heel veel regels houden. We mochten geen ‘nee’ zeggen, niet naar buiten en onze mening niet geven. Mijn broer mocht daarentegen bijna alles. Ik heb mijn vader nooit direct aan durven kijken en mocht niet bij hem in de buurt zitten. Mijn neef mocht op zijn achttiende kiezen met wie van zijn nichtjes hij wilde trouwen. Hij koos mij, terwijl ik nog maar vijftien jaar was. Ik heb nooit begrepen waarom.”
Seksueel misbruik
“Op mijn zestiende ben ik met hem getrouwd. Elke week moest ik een nacht bij hem slapen. Op die momenten heeft hij mij seksueel misbruikt. Er was niks wat ik daar tegen kon doen. Als ik weigerde bij hem te slapen, werd ik door mijn broer mishandeld. Ik werd geslagen en geschopt en mijn broer bedreigde mij vaak met een mes. Ik durfde er met niemand over te praten, ook al snapte ik wel dat dit niet normaal was. Ik zag dat klasgenoten een heel ander leven leidden. Mijn mentor heeft me een keer gevraagd of er iets met me aan de hand was omdat ik zo weinig aanwezig was, maar ik durfde daar niet op te antwoorden. Het was de bedoeling dat we op mijn achttiende zouden gaan samenwonen.”
‘Ik durfde er met niemand over te praten,
ook al snapte ik wel dat dit niet normaal was.’
Extra Veilige Afdeling
“Op een dag besloot ik dat ik iets moest doen om dit te stoppen. Ik had geen idee waar ik hulp moest zoeken, dus ik zocht online naar hulp en kwam bij De Kindertelefoon terecht. Zij zeiden dat ik meteen de politie moest bellen. Ik had zelf helemaal geen telefoon, dus toen heb ik de eerste vrouw aangesproken die ik tegenkwam. Ik was helemaal aan het huilen en trillen. Zij heeft de politie voor mij gebeld en zij hebben mij toen meteen naar Sterk Huis gebracht. Ik zou die vrouw nog heel graag willen bedanken, maar ik heb geen idee wie zij is.”
Code rood
“Ik zit nu al een lange tijd bij Sterk Huis. Mijn familie is nog steeds naar mij op zoek. Daardoor is het heel moeilijk om een normaal leven op te bouwen. Ik kan niet naar school en nauwelijks naar buiten. Via via proberen ze af en toe contact met mij te krijgen om mij over te halen weer naar huis te komen. Ik mis mijn kleine zusje wel, maar mijn broer en ouders niet. Ik kan nooit meer contact met hen hebben, dat zou levensgevaarlijk zijn.”
‘Mijn familie is nog steeds naar mij op zoek’
Een veilige en fijne plek
“Bij Sterk Huis heb ik me altijd veilig gevoeld. Ik ben heel blij dat ik hulp heb gezocht. In het begin wilde ik geen therapie, maar een meisje uit mijn groep heeft mij overgehaald het toch te doen. Dat bevalt heel goed tot nu toe. Tegen andere meiden die in dezelfde situatie zitten zou ik willen zeggen: doe er iets aan. Ik heb ook lang getwijfeld, maar het is het écht waard om hulp te zoeken. Dit kan niet jarenlang zo doorgaan. Ik wist niet eens dat er opvangen als deze bestonden, dus ik hoop dat meer jongeren daarover geïnformeerd worden. Mensen moeten weten dat er een veilige en fijne plek is. Ik hoop dat ik snel weer naar school kan, want later wil ik ook begeleider worden bij Sterk Huis.”