Op 8 februari gaven Ebru Arslan en Jesse Lapien een presentatie over eergerelateerd geweld tijdens een congres in Hasselt, België. Er waren 200 professionals van politie, hulpverlening en justitie. Sterk Huis ondersteunt en traint al jaren Vlaamse collega’s op dit gebied.
Jesse vertelt: “Toen we in 2018 startten met deze trainingen en de deelnemers om casuïstiek vroegen, zeiden ze altijd ‘Die is er niet’, inmiddels kunnen ze diverse casussen noemen en willen ze weten hoe bepaalde zaken aan te pakken. Ebru vult aan: “Ik ben er trots op dat Sterk Huis dit samen met Veilig Huis Limburg heeft opgestart en dat wij de collega’s in hun proces hebben mogen begeleiden. Van geen casuïstiek naar een team eergerelateerd geweld bij Veilig Huis Limburg.”
Ander motief, dus andere aanpak
De inhoud van de presentatie was afgeleid van de training Eergerelateerd geweld. Daar is specifieke hulp en ondersteuning bij nodig, die er vroeger niet was. Jesse: “Vroeger werd eergerelateerd geweld gelabeld als interfamiliair of huiselijk geweld. Het is echter wat anders en daar is een andere aanpak bij nodig. Jesse: “Het motief is anders en daardoor ook de aanpak. Er spelen veel factoren een rol en dat maakt het zo lastig” Ebru vult aan: “Het heeft te maken met de gemeenschap waar het slachtoffer toe behoort, er spelen andere waarden en normen, een andere cultuur. Het draait veel meer om collectiviteit en familierelaties.” Jesse: “De vervolgstappen die je zet vanuit hulpverlening, moet je dan ook altijd bekijken vanuit de betreffende gemeenschap met de daar geldende waarden en normen en dat maakt het moeilijk.”
Jesse legt aan de hand van een voorbeeld uit wat eergerelateerd geweld is: “Stel, jij fietst met mij naar huis en als we bij mijn huis aankomen, hangt er uit het slaapkamerraam van mijn zoon een vlag met een hakenkruis. Dan komen er bij jou allerlei gedachten op die kunnen variëren van ‘die heeft haar zoon niet in de hand’ tot ‘hier in huis zijn er geen morele normen’. Als ik mij daardoor in mijn eer aangetast voel en mijn zoon dan een tik geef, dan handel ik vanuit eergevoel en is er sprake van eergerelateerd geweld.”
Herkennen, bevragen en onderzoeken
Over de aanpak van eergerelateerd geweld wordt dus al jaren kennis overgedragen. Ebru: “We leren zulke casussen dus op een andere manier aan te vliegen, ook veel Sterk Huis collega’s hebben deze training gevolgd. Het start met het herkennen van deze vorm van geweld. Er is altijd sprake van een gevoel van beschadiging morele eer of reputatie. Van waarden, normen, kaders en denkwijzen. De pleger denkt: ‘Wat jij nu hebt gedaan, beschadigt mijn eer, de eer van mijn familie of gemeenschap’. Je moet dat bevragen en onderzoeken. We hebben de collega’s in België meegenomen hoe dat te doen.”
Jesse: “Er is een signalenkaart gemaakt voor trainingen op scholen. Als je merkt dat iemand vaak naar de huisarts moet, vaak blauwe plekken heeft, steeds gebracht en gehaald wordt of dat er steeds iemand bij een gesprek moet zijn, die signalen kunnen uiteenlopend zijn.” Ebru: “Dit kunnen signalen zijn, maar het belangrijkste is om de signalen niet te negeren en met oprechte interesse het gesprek met de desbetreffende persoon voeren. Open vragen zijn hierin belangrijk, waarbij je met interesse doorvraagt.”
Waardering
In Vlaanderen zijn ze dus in 2018 begonnen met het inrichten van het proces rondom de aanpak van eergerelateerd geweld en Sterk Huis heeft daarbij ondersteund. Jesse: “Bij Sterk Huis hadden we in 2008 een zaak waarbij een meisje is vermoord, toen is ook onze afdeling EVA (expertise- en behandelcentrum) ontstaan. In gezamenlijkheid met andere organisaties hebben we hier veel kennis opgebouwd en we zijn daarin een stuk verder dan in Vlaanderen. De Belgische minister van Justitie wilde de kennis in Vlaanderen vergroten en daarom zijn we daar gaan trainen. We hebben docenten, hulpverleners, docenten in opleiding getraind.” Ebru: “De waardering is enorm, omdat we hen hebben geholpen vanaf het begin. We zijn zelfs een keer genoemd in een LinkedIn berichtje van de minister van Justitie. We hebben nu nog veel contact op inhoudelijk vlak met Vlaamse collega’s, Ze hebben daar nu hun eigen experts en wij zijn nog een vraagbaak en sparringspartner.”