Met de ene hand checkt hij zijn telefoon. De andere hand zit in het verband. “Ik ben stom geweest”, geeft hij hoofdschuddend toe. Het leven van Dacian (15) verloopt zeker nog niet altijd goed, maar gaat al zoveel beter dan vorig jaar. Toen was het heftig. Ruzies met zijn ouders, agressieproblemen, suïcidale gedachten, een gesloten opname, een behandeling bij een jeugdkliniek voor zijn blowverslaving. Dacian blikt terug met pijn, maar kijkt vooruit met hoop. Want naast hem zit zijn opa Guus, zíjn JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). Samen brengen ze veel fijne momenten door. Samen wandelen, tekenen, koken en vooral veel praten. “Opa betekent veel voor mij. Hij is de enige die mij begrijpt.”
Dacian weet nog goed wanneer het leven moeilijker werd voor hem. “Dat was acht jaar geleden toen mijn ouders uit elkaar gingen. Je zou denken dat een kind van zeven niet met depressieve gedachtes rondloopt, maar toen begon het voor mij: de ruzies, problemen, agressie en later ook de verslaving en suïcidale gedachten.” Leonie van Oosterum, ambulant hulpverlener Sterk Huis: “Je kwam pas drie maanden geleden bij ons binnen, maar hebt sindsdien zo’n geweldige stappen gemaakt. Je woont bij je moeder, maakt nieuwe vrienden en je hebt werk. Je hebt weer toekomstperspectief. Allemaal omdat jij voor opa hebt gekozen en opa voor jou.”
Ruzie
Verandering komt niet aanwaaien. Dit gaat met vallen en opstaan, met stappen vooruit en weer terug. “Twee dagen geleden liep het thuis toch weer uit de hand”, deelt Dacian. “Ik kreeg ruzie met mijn moeder en zus. Ik was zo boos, echt woest, dus trok de deur achter me dicht om een rondje te gaan wandelen, om af te koelen. Maar mijn zus schreeuwde me na, wat mij triggerde. Ik draaide me om, liep terug en sloeg de ruit van de voordeur in. Ik kon meteen door naar de spoedeisende hulp voor hechtingen”, wijst Dacian naar zijn hand.
Waarom zou ik het verpesten?
“Dat was dom, ik weet het”, geeft Dacian toe. “Soms val ik terug. Dan zie ik een fiets die niet op slot staat en denk ik: die neem ik mee.” Leonie: “Maar je doet het niet?” Dacian: “Nee, waarom zou ik het opnieuw verpesten? Ik heb afstand genomen van foute mensen die ik geen vrienden kan noemen. In korte tijd heb ik fijne vrienden om me heen verzameld. Ik heb ook leuk werk gevonden, het ontruimen en slopen van huizen voor een kringloopwinkel. Ik ben blij, het verdient goed. Zo kan ik aan mijn toekomst werken.”
Praten
“Opa zit naast jou te glimmen, jongen. Wat ben ik trots”, complimenteert opa Guus (76), terwijl hij zijn arm om Dacian heen slaat. “Ik weet nog goed dat je mij vertelde over een JIM. Ik vroeg: Wat is dat, hoe ziet een JIM eruit, is dat een vriend ofzo? Je vertelde dat het een soort mentor is, iemand met een brugfunctie, waarbij je altijd terechtkan. Ik vroeg: Kan opa misschien jouw JIM zijn? Je zei meteen: Ja opa, dat kan!” Dacian: “Ik kan het beste met u praten. U weet precies hoe ik me voel en wat ik bedoel. Ik kan niet met mijn vader en moeder praten. Ze begrijpen me niet of controleren alles wat ik zeg. Ik praat ook niet graag met hulpverleners. Ik heb veel hulpverleners gehad. Ze zijn allemaal weggelopen, omdat ik een lastig en agressief jongetje was. Met Leonie is er meer rust gekomen.” Leonie: “Wees maar niet bang, mij krijg je niet zomaar weg.”
Zware tijd
Dacian komt uit een zware tijd. “Vorig jaar had ik veel suïcidale gedachten. Op een dag wilde ik het uitvoeren, op school. Er werd een spoedmelding gedaan. Ik moest meteen naar een gesloten afdeling. Toen ik van de rechter weer naar huis mocht, ging ik veel blowen. Mijn moeder wist niet meer wat ze moest doen. Zo kwam ik bij het afkickprogramma Yes we Can terecht. Daarna ben ik bij Sterk Huis binnengekomen, waar we op het idee kwamen voor een JIM. Het gaat nu beter met mij. Ik kan makkelijker praten, zelfs ook ietsje beter met hulpverleners en de politie. Ik heb meer respect voor die mensen. Thuis is het soms nog lastig. Ik kan niet meer bij mijn vader wonen. Hij heeft moeite met mijn agressieproblemen. Als het bij mijn moeder escaleert, heb ik ook te maken met mijn stiefvader en ben ik sowieso de pineut. Soms slaap ik ergens anders om even rust van thuis te hebben. Maar ik kan moeilijk tegen vrienden zeggen: yo man, ik kom bij jou wonen. Het is het beste om bij mijn moeder te blijven. Gelukkig is opa dichtbij. Bij hem heb ik nooit stress.”
Verbinding
Guus: “We zijn minimaal één keer in de twee weken samen. Dan gaan we bijvoorbeeld tekenen, schilderen of koken. Als er tussendoor iets speelt, dan weet Dacian me ook te vinden. Zoals nu, met zijn verwonde hand. Ik heb na dit incident meteen contact gezocht met zijn moeder (mijn ex-schoondochter) om binnenkort samen te gaan wandelen, erover te praten.” Leonie: “Kijk, dát is nou het gouden randje van een JIM, die verbinding. Ik hoef als hulpverlener niets te organiseren, niets te forceren, me ertussen te wringen. De dingen die moeten gebeuren, ontstaan organisch. Echt fantastisch hoe Guus dat op een veilige manier oppakt. Ik gun iedere ambulant hulpverlener een samenwerking met een JIM. Je krijgt meer rust in je werk als je de verantwoordelijkheid kan delen met iemand die zo dichtbij staat. Iemand die op het juiste moment aanvoelt wat er moet gebeuren, zonder noodgedwongen acties vanuit de hulpverlening.”
Anker
“Ik wil ook niet gaan oordelen of vingerwijzen”, benadrukt Guus. “Daar moet je vandaan blijven als JIM, vooral als je familie bent. Dat was ook het eerste wat Dacians moeder tegen mij zei toen ik JIM werd: Fijn dat je dit wil doen, maar je blijft wel zijn opa. Die emotionele verbinding maakt het soms lastig. Dat je je verliest in de pijn en het verdriet van de mensen die je lief zijn. Ook van mijn zoon, Dacians vader. Maar het lukt me steeds beter om kalm te blijven bij wat zich aandient. Ik ben blij dat ik iets kan betekenen voor Dacian.” Leonie: “Onderschat jouw rol niet. Je levert een heel grote bijdrage. Het feit dat Dacian nu zo open en eerlijk is, heeft hij voor een groot deel aan jou te danken. Jij laat hem zien dat zijn gevoelens er mogen zijn, omdat jij je ook kwetsbaar opstelt. Jij bent zijn veilige anker.”
Signalen
Leonie: “Dacian is een krachtige jongen die veel op zijn schouders meedraagt. Hij heeft dromen en idealen, maar wordt tegengehouden door alles wat er in zijn omgeving speelt. Met zijn gedrag geeft hij signalen af. Daar is hij niet alleen verantwoordelijk voor. Iedereen heeft daarin een grote rol, ook zijn ouders. Het is geweldig om te zien dat er verbetering is, hoe shit de afgelopen week ook was. Dacian blijft positief en ziet mogelijkheden om uit alle ellende te stappen.”
Onrecht
“Ik voel me het meest veilig als ik bij mijn vrienden of opa ben”, laat Dacian weten. “Dan kan ik gewoon mezelf zijn. Als ik bij papa of mama ben, voel ik hun emoties. Als papa en mama boos of verdrietig zijn, word ik automatisch ook boos of moet ik huilen. Ik kan er niet tegen als mensen het zwaar hebben. Dan voel ik me verantwoordelijk. Op straat kan ik ook niet tegen onrecht. Als iemand wordt gepest, bedreigd of aangevallen, spring ik ertussen: Wat is je probleem, je lijkt wel een kleuter. Hoe zou jij het vinden om gepest te worden? Laat elkaar met rust, praat met elkaar. Ik heb zelf ook agressieproblemen, maar zou nooit random iemand slaan. Heb gewoon respect.”
Stamhouder
Met deze positieve houding beweegt Dacian zich naar een mooie toekomst. “Ik wil van mijn agressie afkomen, mezelf onder controle krijgen. Later wil ik een goede baan en een lieve meid. Iemand die goed is voor mij, en ik voor haar. Samen starten we een eigen familie, waarvan ik de stamhouder word. Ik wil later het goede voorbeeld aan mijn kinderen geven, de negatieve cirkel doorbreken. Dat moet vast lukken”, vertrouwt Dacian.
“Ik wil later het goede voorbeeld aan mijn kinderen geven, de negatieve cirkel doorbreken.” – Dacian